Om te bepalen of variantie in de hydratatiestatus geassocieerd zou zijn met cognitieve prestaties, zoals beoordeeld door NeuroTracker.
121 deelnemers voerden 15 NeuroTracker-sessies uit gedurende 10 dagen van bezoeken aan het laboratorium. Op de trainingsdagen werden de recente vochtinname, de urinekleur (Urinekleurschaal, UC) en het lichaamswater (BIA) gedocumenteerd.
Personen met een gemiddelde urinekleur die een goede hydratatie aangeeft, presteerden significant slechter op NeuroTracker dan personen met een indicator van uitdroging op de grens, gebaseerd op de kleur van de urine. Deelnemers zonder recent drankgebruik presteerden significant beter dan degenen die onlangs water, thee, koffie en melk hadden geconsumeerd. De onderzoekers suggereerden dat optimale hydratatie mogelijk niet optreedt bij de hoogste waarden van de urinekleurschaal, mogelijk als gevolg van matige hyponatriëmie en hemodilutie die de prestaties van NeuroTracker kunnen beïnvloeden.