Het doel van het onderzoek was het onderzoeken van de MOT-capaciteiten op verschillende niveaus van cognitieve belasting (het volgen van 1,2,3 of 4 objecten) en de associatie ervan met processen op een hoger niveau, met name de intelligentie voor vloeiend redeneren.
70 volwassen deelnemers (gemiddeld = 23 jaar) voltooiden NeuroTracker en werden vervolgens beoordeeld op de Weschler Abbreviated Scale of Intelligence 2-test. Deelnemers werd gevraagd om één, twee, drie en vier doelen uit in totaal acht bollen gedurende acht seconden te volgen.
De resultaten toonden aan dat naarmate het aantal doelen toenam, de gemiddelde snelheid waarmee de deelnemers alle objecten met succes konden volgen, afnam. Dankzij deze bevinding konden de onderzoekers bevestigen dat de gemiddelde snelheidsscore kan worden gebruikt als een geschikte maatstaf voor APK en op zijn beurt de capaciteit van aandachtsbronnen. Als gevolg hiervan geven de resultaten aan dat het vermogen om visueel te volgen positief geassocieerd is met intelligentie voor vloeiend redeneren. Bijgevolg toont deze bevinding aan dat er een verband bestaat tussen intelligentie voor vloeiend redeneren en APK-vermogen, vooral onder omstandigheden van hoge belasting (waarbij vier van de acht doelen worden gevolgd).